Namen, synoniemen en etymologie
Cannabis lupulus, Humulus omericonus
Nederlands: Hop, Hoppe, Oppe, Havikskruid, Hommel, Ranke, Wiensels, Wijnsel, Boerendruiven.
Humulus is waarschijnlijk afgeleid van humus (grond of aarde), wijzend op een rijke bodem waar hop het goed op doet. Volgens anderen is er een verwijzing naar grond omdat deze plant kruipend
groeit als ze niet wordt ondersteund.
Familie :Cannobaceae.
Het eerste waar je waarschijnlijk aan denkt bij Hop is bier. Maar er is veel meer want Hop draagt ook bij tot een goede dat wil zeggen normale gezondheid en conditie van organen en functies
zoals:
Een normale menopauze, oestrogeen niveau en de vrouwelijke geslachtsdrift. Verder levert Hop ook een bijdrage aan: een normale moedermelk productie, een
normale menstruatie, een normale bot opbouw, het inslapen (hop is mild kalmerend en slaapverwekkend), een normale eetlust en spijsvertering, normale urine
uitdrijving en niet op de laatste plaats de normale natuurlijke groei van de boezem.
Herkomst
Hop stamt vermoedelijk uit Oost-Europa. Tegenwoordig komt ze voor in geheel gematigd Europa, Noord-Amerika en West-Azië en wordt nu ook in Zuid-Amerika en Australië verbouwd. Men verbouwt
enkel vrouwelijke planten, die vegetatief worden vermeerderd.
Vrouwelijk oestrogeen
Onderzoek heeft uitgewezen dat de hopbellen het krachtigste tot nog toe bekende fyto-oestrogeen Hopeïne (8- Prenylnaringenine lupuline) bevat. Het is een natuurlijk voedingssupplement dat een
zeer gunstige invloed heeft op de normale werking van het vrouwelijke oestrogeen.
Fyto-oestrogenen zijn plantaardige stoffen, die structurele gelijkenissen vertonen met de vrouwelijke endogene oestrogenen. Het feit dat fyto-oestrogenen de werking van endogene oestrogenen
kunnen nabootsen en de overgangsverschijnselen kunnen verlichten maakt ze voor alle vrouwen bijzonder interessant.
Menopauze door vermindering vrouwelijk oestrogeen
De overgang is een natuurlijk verschijnsel, maar veel vrouwen kunnen door een vermindering van oestrogeen (vrouwelijk hormoon) tijdens de menopauze te maken krijgen met een aantal zeer
vervelende symptomen die je liever niet zou willen doormaken zoals: opvliegers, overvloedig transpireren, slaapstoornissen en structurele veranderingen in blaas en vaginale droogte. Verder
verschijnselen als verminderd libido, herverdeling van vetweefsel, stemmingswisselingen, een groter risico op hart- en vaatziekten en een vermindering van de botdichtheid (osteoporose).
Kalmerende werking door actieve stoffen
Actieve stoffen in hop zijn: de bitterstoffen (humulon en lupulon) en mycreen, humuleen en caryophyleen en de flavonoïden en looistoffen. Deze stoffen geven Hop een kalmerende werking en
helpen bij een zenuwachtig gevoel, stress door spanning, opgewondenheid, innerlijke onrust, snel geïrriteerd worden en een sterke emotionaliteit.
Ingrediënten
- Bitterstoffen (15 à 30 % in strobuli, 50 à 80 % in hopklieren in het hars of resine) 3 à 12 % alfazuren of humulonen die zich omzetten in hfdz. humulon, cohumulon,
dleoxycohumulon en adhumulon 2 à 16 % bètazuren of lupulonen vnml. lupulon , ook adlupulon, colupulon ;
De alfa en bètazuren worden tijdens bewaring door auto-oxidatie gedeeltelijk aangezet tot isolhumulones, hulupones : vooral 2-methyl-3-buteen-2-ol of Methylbutenol Polyfenolen met
fyto-oestrogene eigenschappen :
Geprenyleerde flavanonen (Prenylflavonen) : vooral 8-prenylnaringenine (5,7,4'-trihydroxy-8-prenylflavon) of "hopeïne" ook isoxanthohumol en 6-prenylnaringenine Geprenyleerde chalconen :
xanthohumol , 5'-prenylxanthohumal, dehydrocycloxonthohumol, dehydrocycloxonthohumolhydroat, 2',4',6', 4-tetrahyd roxy-3 '-prenylchalcone , 4-tetrahydroxy-3 '-geranylcha lcone (allen relatief
instabiel)
Andere flavonoïden : de flavonolen quercitine en kaemferol onder de van mono- en diglycosiden (o.o. quercetine-3 -rhamnoside) en rutine; astragaline, isoquercitrine - Polyfenolen en tannines
: 3 à 6 % - Etherische olie (0,3 à 1 %) met acyclische monoterpenen (30 % bèta myrceen), monocyclische monolerpenen (limoneen, fellondreen), bicyclische monoterpenen (pinenen),
sesquiterpenen (olfacaryophylline af humuleen , bèta caryophylline, bètaselineen, forneseen), monoterpeenolcoholen (linalol, nerol, geroniolj, olifotische alcoholen (tot 0,15 % 2-methy
but-3-een-2-ol), aldehyden, ketenen, esters
- Antiandrogene stoffen :cyproteronacetaat - Fenolzuren : feruleenzuur, chlorogeenzuur, koffiezuur - Mineralen (8 %), vnml. kaliumzouten
- Vitamines van de B-groep, choline - Fytosterolen : bètasitosterol, campesterof
- Gammalinoleenzuur
- Cyonidine
- Cellulose, lignine :40 à 50 %
- Pectine : 2 %
- Suikers (2 %) : o.o. fructose, glucose
- Eiwitten en aminozuren ( 15 à 20 %), asparagine, gamma-ominoboterzuur
- Vetten: 1 à5 %
- Sporen histamine
